De gekste gracht ooit

Ik ben met mijn mens op vakantie in Italië en dit is dus echt de gekste gracht ooit. Je kent toch wel de grachten in Amsterdam? Met van dat donkergrijze water? Een beetje donkergroen misschien als de zon schijnt? Met meerkoeten die nesten bouwen van takjes, rietjes en mondkapjes? En eenden die bedelen om brood? Ik zie geen woonboten. Geen fietsen geparkeerd staan aan de kant. Ik hoor het getringel van de trams niet. Ik ruik geen patat of pizza. Geen andere hondjes die tegen lantaarnpalen hebben geplast. Er zijn geen reigers staand naast vissers, hopend op een hapje. Er zijn geen duiven die voor je poten lopen. Er zijn wel hele rare bulten. Die ze bergen noemen. Ze lijken wel lek. Er stroomt water uit, zo deze gracht in. De gracht is turquoise. Dat is de kleur van mijn chillkussen op mijn werk. Waar ik op ga liggen als de leerlingen aan me voorlezen. Maar toch niet de kleur van grachtenwater?

Dan lopen er mensen langs. Die hun hand voor hun mond slaan. Zo verbaasd zijn ze. Logisch, denk ik nog, met zo’n rare gracht. Maar het is niet om de gracht. Het is om mij. Ze roepen ooh en aah en zeggen dat ik op Benji lijk (in het Italiaans, maar de woorden ooh, aah en Benji verstond ik gewoon). Lekker dan. Benji is dan wel beroemd door de film waarin hij speelde. Maar hij was geen rashond zoals ik. Hij was een mix van wel vier rassen. Waaronder een Poedel en een Border Terrier. Nou, dan weet je het wel. Poedels zijn deftige honden. Die denken altijd aan hun uiterlijk. En Border Terriers zijn de hele tijd druk met het bewaken van het huis van hun mens. Vermoeiend hoor. Steeds bang zijn dat je haar in de war gaat als je een sprintje trekt om die vreemde die langs je huis loopt uit te blaffen. Verder had Benji zwarte flaporen en zijn de mijne blond en zonder flap. Daardoor kan ik sneller racen dan hij. Want flaporen remmen af. Denk ik. Wel redde hij twee kinderen. In de film dan. 

We lopen een stukje verder. Dan pas zie ik de enorme muur in de gracht. Van wel 150 meter hoog. Een muur die al het turquoise water tegenhoudt. Dit is geen gracht, dit is een stuwmeer! 

Door de muur loopt een buis. Een hele lange buis. Van bovenin het water, door de muur, naar beneden, de berg af. In die buis zit een ding dat kan ronddraaien, een turbine. Doordat het water door de buis naar beneden valt, gaat de turbine draaien. Zoals een windmolentje in de lucht. Zo wordt elektriciteit gemaakt. Je kunt ook elektriciteit maken door kolen of gas te verbranden. Maar daardoor komt er meer CO2 in de lucht. Dat is een gas waardoor de aarde steeds warmer wordt. Daardoor gaan er dieren dood. Zoals ijsberen omdat hun ijsschotsen smelten. Of vissen en andere zeedieren omdat het koraal sterft. Er komen ook meer overstromingen, orkanen en bosbranden door. Uit een waterkrachtcentrale komt geen CO2. Duurzame energie noemen mensen dat. In Nederland hebben we geen bergen. Dus ook geen waterkrachtcentrales. Maar we hebben wel zonnepanelen en windmolens. Die zijn ook duurzaam. 

Door dit stuwmeer kunnen de mensen die hier wonen het licht aanmaken in hun huis. Stofzuigen. Hun telefoon opladen. Gamen. Of worst koud bewaren in de koelkast. Ik ben dol op worst. Zeker na zo’n wandeling. 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *